‘Iedereen is coach.’

Haha.

Ja.

Nee, niet echt.

Maar soms lijkt het wel zo, dat snap ik.

Er zijn er echt wel heel veel.

En vroeger zei ik dit ook best vaak.

Schamperend, uiteraard.

Beetje zelfgenoegzaam en superieur.

Coaches zijn ook makkelijke slachtoffers.

Je kunt jezelf zomaar zo noemen, en je hoeft dus letterlijk niets te kunnen.

Zo’n lage instapdrempel (eigenlijk ís er niet eens een drempel) maakt de kans op uitwassen en bullshitters vrij groot.

Het is echter mijn ervaring dat die categorie het nooit lang volhoudt.

Jezelf presenteren als coach betekent niet dat je mailbox meteen volstroomt met klanten.

Een leuke website geeft nul garantie.

Juist die eerste jaren heb je veel last van de enorme concurrentie.

En veel belangrijker: coaching zoals ik dat zie en doe is een vak dat vraagt om extreme toewijding en volharding en de bereidheid om je eigen flauwekul en pijn en vooroordelen te onderzoeken en op te ruimen.

Dat kost járen.

Jaren die beroerde coaches (of beroerde fietsenmakers of slechte personal trainers, laten we wel wezen) meestal niet eens volmaken.

Wat dat betreft blijven de betere, meer professionele figuren vanzelf over.

Dus zijn er echt TE veel coaches?

Ooit zei ik dit tegen mijn toenmalige mentor, en hij antwoordde droogjes met ‘Enig idee hoeveel mensen zich elke dag super ellendig voelen? Denk je niet dat die heel graag een beter, vrijer leven zouden leiden?’

En zelfs al waren er te veel: er is er maar één zoals ik.

Dus.

Share This

Share this post with your friends!