Als alcohol mensen niks zou brengen, zou niemand drinken.
Het heeft natuurlijk effecten die we waarderen.
We beschouwen drinken als feestelijk, ontspannend, drempelverlagend, romantisch, stoer, en heel normaal, en we vinden vaak ook dat we het verdienen.
En voor veel van die dingen is wel iets te zeggen.
Alcohol is een soort wondermiddel als je er zo naar kijkt.
Soms geeft het je de ruimte om een beetje losser te zijn en wat gekker en wilder te doen, en soms maakt het een situatie helemaal af.
Zoals een mooie whisky bij het openhaardvuur na een dag vliegvissen in Schotland.
Wijn tijdens het uitgebreid koken met vriendinnen.
Een koud biertje op een zonovergoten terras na 18 holes strijd met jezelf.
De champagne tijdens de jaarwisseling.
Of het speciaalbiertje dat je drinkt met een oude vriend die je lang niet hebt gezien.
Wie regelmatig drinkt kent die warme associaties, en het is niet zo gek dat we daarmee onze gewoonte vergoelijken en in stand houden.
Een groot deel van ons verlangen zit ‘m in die herinneringen, zowel de oude als de nieuwe, de toekomstige.
Maar wie al jarenlang regelmatig veel drinkt, weet ook dat de voordelen en positieve kanten steeds minder worden, steeds sleetser, en fletser.
Dat is het onvermijdelijke verloop van elke verslaving: wat we ooit voelden, voelen we nooit meer, en ondanks dat proberen we het alsnog te forceren.
Dus nemen we een beetje meer, en dat doen we iets vaker.
Ik kan me deze dilemma’s nog heel goed herinneren.
En ik weet ook dat het erg lastig was om deze wetmatigheden onder ogen te komen.
Misschien is dat de fase waarin jij nu zit.
Misschien ben je voorzichtig aan het onderzoeken wat er kan gebeuren als je niet meer doet wat je steeds vaker bent gaan doen.
Misschien maakt dat je vreselijk bang en onzeker.
En heel misschien is dit het moment om een stap te zetten richting onafhankelijkheid, en hulp te zoeken.
Ik ben benieuwd naar je.