‘Wat moet ik doen?’

Het is de vraag die ik als coach het meest gesteld krijg.

De sleutel tot een gelukkig en onbezorgd leven.

Een tip, een handreiking, een idee om op voort te borduren.

Hoe nu verder?

En natuurlijk is er geen universeel antwoord, dus dat is mijn antwoord (alhoewel ik er niet zelden nog vijf minuten op doorga).

Het zou huichelachtig zijn om te doen alsof ik dat wél weet.

Mijn leven heeft altijd bol gestaan van verwarring en vertwijfeling, van beslissingen waar ik spijt van had en stappen die ik niet zette, en hoe meer ik lees over hoe het zou moeten, hoe minder ik weet.

Dat is een van de redenen dat ik vorig jaar gestopt met het zoeken naar metafysische, alomvattende antwoorden.

Ik was er simpelweg klaar mee.

Dit mysterieuze bestaan is geen puzzel die we kunnen oplossen.

En hoe graag we het ook willen: er is geen volgende niveau, geen punt waarop alles voorgoed anders wordt.

Wie zoekt naar antwoorden zal er heel veel vinden, maar vooral hevig teleurgesteld raken.

Gelukkig kunnen we dat aan.

We hóeven helemaal niet te weten waarom en hoe, om evengoed een beetje meer rust en acceptatie te vinden.

Daarover praten is nuttig en mooi, want het creëert perspectieven en opties.

Soms is alles wat iemand nodig heeft de nabijheid van een ander die niet zo in de war is, zo verloren, zo zoekende.

Het is niet perfect, maar vaak wel ruim voldoende.

En van daaruit kunnen we weer verder, net iets lichter, en met net iets meer vertrouwen.

De sleutel is geen sleutel.

Het antwoord komt niet uit een boek.

Maar dat betekent niet dat we verloren zijn.

(Foto door @sarahthemason, voor Unsplash)