Als iemand je vertelt dat je ‘gewoon moet accepteren’, wat denk je dan?
Als je hoort dat je je moet overgeven, wat gaat er dan door je heen?
Goedbedoeld advies kan zo allejezus onpraktisch zijn.
Hoe dan?
Miljoenen mensen (denk ik, vermoed ik) proberen zich elke dag te verzoenen met het leven zoals het loopt, te ‘zijn’ met wat is, en schieten daar helemaal niets mee op.
Ze willen het graag, we willen het echt wel, dat is het probleem niet, maar diep van binnen hebben we allemaal ideeën over hoe het zou moeten lopen, het leven, en het simpelweg aannemen van het totaalpakket druist in tegen onze persoonlijke wensen.
Soms lezen we de Tao te Ching en worden we eventjes rustig van de eenvoud van het gebodene.
Soms kijken we even naar de Stoïcijnen en verlangen we naar de koele benadering van dat wat gewoon is, hoe je het ook wendt of keert.
Maar zodra we ons niet goed voelen, zodra we getriggered worden of tegen de grenzen van ons unieke morele harnas aanbotsen, komen we in verzet.
Ook dat moet je dan natuurlijk weer ‘gewoon accepteren’.
Ik onderzoek dit raadsel al vele jaren, en er zijn momenten dat ik bijna euforisch raak van de vanzelfsprekende logica van onvoorwaardelijke overgave.
Totdat mijn hoofd zich roert en het gevecht begint tegen het ongemak, de onrust, de gierende zenuwen en mijn persoonlijke voorkeuren.
Je kunt het allemaal bullshit vinden en er geen tijd aan verspillen, maar je kunt ook het verlangen volgen om ervan te leren, om je capaciteit te vergroten om te leven met het besef dat alles wat er gebeurt nooit anders kan zijn dan hoe het gebeurt.
Sommige mensen geven het niet op en blijven zoeken, proberen, experimenteren.
Natuurlijk gaat dat nooit snel genoeg, maar met een beetje mazzel vind je toch momenten van berusting en een stevig maar losjes omarmen van de realiteit.
Ik geef het niet op.
Ik geloof heilig in een toenemende vrijheid, een vaardigheid om, nou ja, te zijn met wat is.
En als dat niet lukt, heb je meteen weer iets om mee te oefenen.
—
(Foto door @dariusbashar, voor Unsplash)