Stukjes over niet drinken zijn bijna altijd ruk.

Want óf ze zijn betweterig en staan vol verwijten en strenge argumenten om te stoppen.

Of ze zijn overdreven positief, als een Jehova’s getuige die een ecstasy pil heeft geslikt.

Ik vraag me ook wel eens af wie ze eigenlijk leest.

Misschien zijn sommige blogs een bevestiging voor de ex alcoholist die zijn of haar bewijslast aan het opbouwen is, en die begrijp ik dan nog wel.

Maar voor wie middenin een verslaving zit lijkt het me nauwelijks de moeite waard, en vooral een pijnlijke oefening in zelfkastijding.

Zelf vermeed ik het onderwerp toen ik nog dronk als de pest.

Met de grootste moeite van de wereld ontkende ik mijn afhankelijkheid (ik WAS helemaal geen verslaafde), en het láátste wat ik wilde was informatie over mijn niet erkende probleem.

Het systeem van ontkenning was zó fragiel, dat het uit elkaar kon klappen van elk beetje kennis en acceptatie, dus ik liep er met een grote boog omheen.

Enfin, tijd voor de benevelde olifant in de kamer:

Het feit dat ik stukjes schrijf over verslaving, en waarom dan wel?

Misschien is het erkenning voor mezelf, een milde reminder van hoe het was en waardering voor hoe het is, als een zacht mijmeren op een regenachtige dag.

Misschien zorgt de ontwikkeling van mijn standpunt over verslaving ervoor dat ik met meer begrip kan terugkijken op wat ik heb gedaan, en de zelfveroordeling afneemt.

En misschien, nee, zeker weten, schrijf ik voor dat handjevol mensen dat er echt klaar voor is om die zuigende, ondermijnende gewoonte een halt toe te roepen, en wil ik ze laten weten dat dat ook kan.

Stoppen is absoluut ruk, maar blijven drinken ook, en je geeft jezelf in elk geval compleet nieuwe opties.

(Foto door @sophiepopp, voor Unsplash)