Ze lijkt overweldigend verdrietig te zijn.
En ik vind het ontzettend moeilijk om daarmee om te gaan.
Als haar vader, en als een behoorlijk goede coach (verdomme!), zou ik toch alle antwoorden moeten hebben?
Ben ik niet degene die haar moet begeleiden met de juiste woorden en slimme oplossingen?
Wát een wrede situatie.
Ik wil haar troosten.
Ik wil haar pijn wegnemen.
En ik wil absoluut niet nog meer machteloosheid toevoegen aan haar machteloosheid.
Maar misschien kan ik nu niet zomaar met mijn toverstok zwaaien, en misschien moet ik dat niet eens proberen.
Mijn dochter laat me één van de grootste lessen in het leven zien.
Het moment waarop rationaliteit en kennis ophouden, en je achterblijft met een gevoel van complete kwetsbaarheid.
Ik kan niet langer op strategie vertrouwen.
Ik kan alleen achterover vallen in liefde.
Zij weet niet wat ze moet doen, en ik kan bij haar zijn op die plek.
Ik kan genoeg vertrouwen voor ons beiden.
Nog steeds niet wetend wat te doen of te zeggen, nog steeds zonder plan, maar met de bereidheid om te rusten in onzekerheid.
Dus dat is wat we doen.
We rusten.
—