Hoe meer pijn het doet, hoe meer er valt te halen.
Hoe meer het lijkt dat mij onrecht is aangedaan, hoe groter de kans op heling van mijn diepste overtuigingen, en de ontmaskering van de krachtige psychologische mechanismen in mijn binnenwereld.
Het is een uiterst ongemakkelijke constatering.
Het voelt namelijk fijn en makkelijk en vertrouwd om een ander verantwoordelijk te maken voor hoe ik me voel.
Het voelt… normaal, en echt, en betrouwbaar.
Mijn eigen aandeel daarin claimen lijkt op verraad, omdat ik moet toegeven dat ik mezelf dit aandoe.
Het wijst keihard terug naar binnen, in plaats van naar buiten.
Er blijft niks anders over dan tegen heug en meug toegeven dat het mijn eigen creatie is die ik naadloos en vakkundig op de ander plak.
De innerlijke discussie die ontstaat is fascinerend en hypnotiserend.
Het ego wil niet toegeven dat zijn creatie de bron is van alle ellende, omdat het indruist tegen wat ik heb geleerd over de wereld.
Mensen zijn onbetrouwbaar.
Ze zijn ten diepste egocentrisch en houden geen rekening met je.
Iedereen zal je uiteindelijk teleurstellen.
Precies zoals mij geleerd is.
Maar ik wil dat ‘gelijk’ niet meer koesteren en verdedigen.
Hoe vertrouwd en veilig het ook voelt: het houdt me gevangen, het maakt me klein en reactief, en ik wil vrij zijn.
En, ja, dat is belachelijk ambitieus.
Tegelijkertijd is het een machtige drijfveer.
Het vergt een continu onderzoeken van wat er werkelijk gaande is, terwijl mijn rotsvaste conditionering er alles aan doet om dat te saboteren.
Eén inzicht is niet genoeg.
Het is een startpunt dat je vervolgens radicaal moet verdedigen en cultiveren.
Zoals ik zei: uiterst ongemakkelijk.
Maar ook ongekend bevrijdend, stapje voor stapje.