Een overweldigend onderdeel van verslaving is het moment dat je tegen beter weten in overstag gaat.
Als een geprogrammeerde robot.
Een zombie met zucht.
Ik zie mijn lichaam nog opstaan en naar de avondwinkel lopen voor bier, stomverbaasd dat ik daar blijkbaar helemaal niks aan kon doen.
Alsof ik de kansloze getuige was van een proces dat mijn wilskracht en goede bedoelingen moeiteloos aan de kant schoof.
Ik denk dat elke verslaafde deze momenten kent.
Je loopt de hele dag rond in de absolute zekerheid dat vandaag het verschil gaat maken, dat je er nu voorgoed mee gaat stoppen… totdat je ineens weer in de coffeeshop staat en vier joints besteld.
De exacte remedie daartegen weet ik niet, echt niet.
Hoe kan het dat je zéker niet wil, dat je een plan hebt en duizend goede redenen om het niet meer te doen, dat je hele leven misschien wel in duigen ligt, en je tóch weer over de knie van je verslaving gaat?
Zeker weten doe ik het niet, maar volgens mij kan het brein een soort ultieme beslissing nemen die al je goede bedoelingen en plannen overstijgt.
Alsof er binnenin paniek ontstaat over het uitblijven van de verwachte beloning, en je lichaam alles op alles zet om je te dwingen, te overtuigen, te forceren.
Die gewoonte MOET zich ontvouwen en ontladen.
Dan staat de zombie op.
En toch is dat geen kansloze beweging.
Toen ik definitief stopte, eind 2012, bleek ik op de een of andere manier in staat om zélfs als ik al bij de ingang van de Gall & Gall stond, rechtsomkeert te maken.
Kennelijk bestaat er iets dat nóg sterker is dan programmering en de wens van het brein om bepaalde (zelfs vernietigende) processen in stand te houden.
Als je dat wil, help ik het je graag vinden.