Eigenlijk ben ik altijd heel zwaar op de hand geweest.
Kritisch, somber, cynisch.
Ik heb de wereld nooit vertrouwd, maar mezelf ook niet.
Het gevolg: angsten, depressies, verslavingen, vervreemding.
Tot een paar jaar geleden kon ik niet lachen met mijn mond open, maar was er hooguit ruimte voor een verkrampte grimas in een angstig gezicht.
Kwetsbaarheid was een exotisch begrip.
Gevoelens werden bedolven onder drugs.
En ontspannen lukte alleen met geweld.
Dat is de plek waar ik vandaan kom.
De donkere wereld van NooitGoedGenoeg.
Waar iedereen je altijd een oor aannaait.
Waar geluk zeldzaam is, en de voorloper van ongeluk.
Waar waakzaamheid je beste vriend is, en wantrouwen het uitgangspunt.
Dát was jarenlang mijn leven.
Vandaag realiseerde ik me het bizarre verschil, de veranderingen van de laatste tien jaar.
Er is licht en lucht gekomen waar het eerst donker en verstikkend was.
Ik ben positiever, relaxter, evenwichtiger en relativerender.
De echo van NooitGoedGenoeg is zeker niet helemaal verdwenen.
Maar als ik tegenwoordig lach, lacht mijn hele gezicht mee.