Jarenlang haatte ik mijn lichaam.

Erop terugkijkend beschouwde ik het als een soort ‘hel van vlees’, die er nooit wilde uitzien en voelen zoals ik dacht dat het moest.

Terwijl mijn lijf enorme hoeveelheden alcohol en sigaretten verstouwde en zo goed en zo kwaad als het ging verwerkte, bleef ik verdrietig kritisch.

En natuurlijk deed ik er van alles aan, want discipline is mijn ding.

Diëten, maandenlang elke dag sporten, niet eten, ‘gezond’ eten.

En natuurlijk had dat effect.

Ik kreeg meer spieren en het vet op mijn buik en rond mijn middel verdween.

Cosmetisch gezien werd het ‘beter’ en dat bezorgde me af en toe een gevoel van trots, van overwinning, van hard verworven resultaat.

Maar die fixatie op een heel specifiek lijf, en de dingen die ik mezelf ontzag, keerden zich uiteindelijk altijd tegen me.

Er ontstond metaalmoeheid, weerstand, een diepe vermoeidheid rondom al dat strenge gedoe, een onmiskenbare tegenzin.

Het resultaat was dat ik er helemaal klaar mee was en verviel in oud gedrag.

‘Je moet gewoon van je lichaam houden zoals het is’ leek een prachtig logische opvatting, maar het was totaal onhaalbaar.

Hoe vaak ik ook op de bank zat (of gewichten tilde) en tegen mezelf zei dat mijn lichaam goed was en ongelooflijk sterk, dat het uniek was en mij altijd ondersteunde, ik geloofde het gewoon niet.

Op de een of andere manier is die strijd weggevallen.

Ik volg geen dieet meer, ik sport wanneer ik er zin in heb, het is allemaal heel vanzelfsprekend en zacht geworden.

Niet iets wat ik bereikt heb door mijn lichaam te haten, en zelfs niets wat ik bereikt heb door hardnekkig van mijn lichaam te houden.

Het is geen prestatie, juist niet.

Het moeten presteren is naar de achtergrond verdwenen.

Een natuurlijke en vanzelfsprekende balans heeft het overgenomen.

En ik heb geen flauw idee hóe of wat, maar het effect geeft rust.

Misschien was dat precies wat mijn lichaam al die jaren het liefst wilde.

Het is nu niet perfect, niet volgens het strikte beeld dat ik voor ogen had, maar alles functioneert moeiteloos en verrassend liefdevol en veel van het hardnekkige oude vet is verdwenen.

Alsof mijn lijf is thuisgekomen.

Niet zo gespierd en strak als ik ooit hoopte, maar het klópt gewoon.

Een non-prestatie van formaat.